Val d’Isere 2009

Dodge vakantie Val d’Isere 2009

Photobucket

Offroad vakantie geboekt via 4WD naar Val d’Isere (Frankrijk), het ultieme off-road;

Vertrek Den Haag: zaterdag 4 juli 9.10 uur
Aankomst Val d’Isere: zondag 5 juli 15.10 uur

Aantal kilometers totaal (heen en terug): 2.253 kmtr
Totaal tol (heen en terug): € 89,80

Voorbereiding: voorwiellagers vervangen èn op het laatste moment nog een koelvloeistoflekkage verholpen.

We gaan off road rijden op de Olympische Skipistes. Val d’Isere is in 1992 het strijdtoneel geweest van de Olympische Winterspelen. Er staat ons een uitdagende 4×4 reis te wachten. Het weidse gebied biedt veel 4×4 avontuur; van rotsen beklimmen, tot het rijden in de sneeuw (met een beetje geluk). Hellingen van 15 tot wel 40% zal de Dodge, als die het trekt, tot een hoogte brengen van 2.750 meter. Qua landschap is het in de Alpen adembenemend en bij helder weer kan je zelfs de Mont Blanc zien!

We zullen in het hooggebergte rijden tussen de 2.300 en 3.000 meter. Dit wordt dé ultieme uitdaging voor de Dodge, die ik nu voorzien heb van een Impco gassysteem, waardoor ‘ie meer adem/lucht heeft – zeker op benzine – en nu álle 150 pk’s kan benutten (Andorra was natuurlijk een flop met ‘ie oude gasinstallatie; zie verhaal aldaar).
Ook maken we een tweedaagse trip naar Italië, inclusief overnachting. We zullen een deel van de Hannibalroute rijden. Deze route, waarbij Hannibal met z’n manschappen en olifanten Italië is binnengevallen, biedt ongelooflijke vergezichten met onvergetelijke 4×4 ervaringen; stuwdammen, bergmeren, doorwadingen, rotsen, modder komen allemaal aan bod!

We zetten de Dodge op onze nieuwe trailer, ‘In Safe Hands with an Ifor Williams Trailer’. Dit beest is een KFG35. De trailer hangen we achter de Cadillac. Ook gebruiken we een voor ons nieuw systeem van vastbinden, nl. stroppen. We hebben van tevoren één en ander uitgeprobeerd, en het bevalt ons nu al prima.

Photobucket Photobucket Photobucket

Zondag, aankomst

Het is zondag 5 juli 2009. We zijn geland in de provincie Rhône-Alpes, France. De Cadillac zweeft over het wegdek. Hij moet hard werken op de laatste klim (12%) vanaf Bourg St. Maurice over de D902 naar Val d’Isere. De transmissieolie bereikt daarbij een temperatuur van 130 ºC. We komen door allerlei tunneltjes en overkappingen. We horen daarbij de dikke vette sound van de V8 van de Cady brullen en weerkaatsen tegen de tunnelwanden. We zijn nu echt omringd door hoge bergen en de uitzichten zijn bijzonder fraai.

We rollen met de combinatie het parkeerterrein op van ons verblijf voor de komende dagen: Hotel Le Relais du Ski. We worden welkom geheten door de 4WD-gidsen Jelte en Rob en een bekende van de Polenreis, Bert. We laden meteen de Dodge af en zetten het spul op z’n plaats. Na een eerste kennismaking èn een bak koffie beginnen we meteen met afplakken van de Dodge, want dat dat raadzaam is zal zeker voor de tocht door de bossen in Italië, einde van de week, wel duidelijk worden. We hebben de truck begin van het jaar gerestaureerd en opnieuw gespoten, dus we zijn voorzichtig en zitten niet op een herhaling te wachten van een lakverwoestende tocht door het struikgewas zoals vorig jaar in Umbrië. We gebruiken daarvoor geen boeklon (bouclon), maar Cees heeft een rol bouwfolie meegenomen. Het is voor ons ook maar een experiment en even vechten om het erop te krijgen, maar we worden er gaandeweg handiger in. Of we het er ook weer afkrijgen, is een tweede…

Photobucket Photobucket Photobucket

Dag 1, maandag
Briefing met uitleg weekprogramma en het geven van nuttige tips; off-roadrit naar 4×4 terrein; lunch aldaar; onder begeleiding enkele terreinrijoefeningen uitvoeren; rijden in het terrein; afdaling naar hotel; voor het diner samenvatting van de dag en briefing voor dag 2.

Na de briefing gaan we op pad. ZON. Het wordt meteen warm.
We rijden met een groep van 10 auto’s, de gids voorop; het Landrover gehalte in deze groep is behoorlijk hoog … Ummm … ‘not our cup of tea’, ha, ha …
Als we Val d’Isere verlaten gaan we echt flink off roadend bergopwaarts richting het 4×4 terrein. We rijden de truck op benzine, trekken de bowdenkabel uit via een hendel onder het dashboard die een klep doet openen in de benzinecarburateur, en alle 150 paarden staan te trappelen. Laat nu maar komen die ultieme uitdaging. En die komt er, dag 2, in de vorm van een meters lange steile zwarte piste (grinthelling)! Maar, ik zal niet op de zaken vooruit lopen…

Aangekomen op het 4×4 terrein hebben we onze eerste oefening, de hellingproef. Makkie!

We rijden verder. Langzaam kruipen we voort over de berghellingen en genieten van het uitzicht. Dan raken we opgewonden over de grote sneeuwplaat die we tegenkomen op onze weg. Ik rij op de dikke sneeuwplaat af en de truck glijd er even stuurloos doorheen, voordat de banden weer grip krijgen op het grint aan de andere kant van de sneeuwplak. Dit gaat een reis worden met een winters karakter!

Verderop op de route dalen we één voor één een errûg steile grinthelling af. Met een gezonde dosis angst en respect bekijk ik deze helling, en terecht.
De tussenbak staat in Lo en de automatenbak in ‘1’. Echter, met een automatische transmissie èn benzinemotor zal je altijd steeds licht moeten bijremmen, omdat je minder compressie hebt = minder afremmingsvermogen op de motor. Daarbij komt – is een ander nadeel van de truck – dat zijn achterkant snel gaat zwabberen, omdat er géén gewicht in de bak rust (géén gewicht op de achterassen drukt). De kans, dus, dat de achterkant gaat schuiven is groot. Tip: zoek met je banden het diepe spoor op dat naar beneden leidt. De banden zijn breed genoeg en de truck heeft genoeg bodemvrijheid. Nu kan de achterkant niet meer gaan glijden. (Is er géén spoor en glijd de achterkant weg, laat dan de rem los ! waardoor de wielen weer tractie krijgen, en vang de truck een stukje verder weer rustig op).
Dan zijn wij aan de beurt. Héél langzaam laat ik de Dodge de helling afzakken. Via de 27 mc kraakt het. Er wordt vanaf beneden door Jelte aanwijzingen gegeven door het bakkie. Ik moet het spoor opzoeken en de Dodge erin laten glijden. Het gaat niet helemaal vlekkeloos, maar we komen heelhuids beneden aan. Een goede leer voor de volgende keer.

Dan klimmen we naar een skistation op een hoogte van 2.750 meter. De truck heeft totaal geen moeite met de steile klim. De benzinecarburateur blijft ook op deze hoogte gewoon goed werken, we ondervinden geen enkel probleem met de mengselverhouding lucht/benzine! De Dodge laat ons niet in de steek.

Aan het einde van de dag dalen we weer af naar Val d’Isere. Het gaat lekker naar beneden en de Dodge houdt zich goed. In de 2e versnelling kan die goed op de motor afremmen. Ingehouden protesteert de V8 door knallen in de uitlaat te laten horen.
We hebben een kwart tank benzine leeggereden vandaag en we besluiten morgen aan het einde van de dag pas te gaan tanken.

Photobucket Photobucket Photobucket

Photobucket Photobucket Photobucket

Dag 2, dinsdag
Off-roadrit naar 4×4 terrein; oversteek Camel-bridge; rit door terrein naar lange en steile helling; lunch op 4×4 terrein; rit naar hoogste punt; terug naar tipi om in de kloof wat moeilijke passages te nemen; afdaling naar hotel; voor het diner samenvatting van de dag en briefing voor dag 3.

Om 9.00 uur zitten we weer in de truck. We gaan weer dezelfde weg op naar het 4×4 terrein. Vandaar klimmen we verder de berg op. De zon schijnt, maar het is desondanks fris met soms een forse wind. Dit betekent constante koeling voor onze Dodge…

De Dodge is met zijn nu opvallende Special Body Paint toch een opmerkelijke eend in de bijt. De volgende keer plakken we er een stucloper op, ofzo…

Gaat de sneeuw inderdaad ons Waterloo worden als even verderop de weg verdwijnt onder een dikke plaat sneeuw waar we doorheen moeten? Van een Waterloo willen we niet weten en ik schakel de Lo Loc in als ik voor de sneeuwplak sta en geef gas. Het lijkt goed te gaan totdat ik vast kom te zitten. Er zit nog beweging in de truck en ik krijg hem bijna op de goede weg. Ik denk: “Ik moet nu voorruit en dan red ik het”, echter luister ik naar Bert, die zegt: “Je moet nu achteruit”. Mis. Nu zit ik echt klem: verkeerde tip!! Ik moet deze hindernis met behulp van een sleepje verlaten.

Met behoorlijk wat argwaan schat ik onze volgende obstakel in. Ik besluit de grote Camel-bridge links te laten liggen. Die vind ik er wel heel erg spannend uitzien; om over een dubbele rij boomstammen (waarvan er één ontbreekt) een diepe kloof te overbruggen. Dat gaat mij even iets te ver, ik rij wel even om.

En dan komt ‘ie, onze ultieme uitdaging, die steile grinthelling omhoog! Jelte en Rob bijten de spits af. Ik kijk eerst de kat uit de boom, observeer de boel en zit moed te verzamelen. Uiteindelijk, onder aanmoediging van Cees die er alle vertrouwen in heeft dat we het kunnen, start ik de motor en rij tot onderaan de helling die nu prompt véél steiler en hoger lijkt. Ik kijk er letterlijk tegenop als een berg. Ik sta eigenlijk nog wat te twijfelen, maar ja, heb al kleur bekend, dus dan maar dood…
Met een weinig aanloop storm ik op de helling af. We praten de truck de berg op: “Ja, gaat goed”, “Ja, toe maar, links houden”. Laconiek en gemakkelijk brullend wandelt de Dodge Ram (zijn naam zegt het al) als een bergschaap naar boven tot we ons op het vlakke stuk begeven.
YES! De kick werkt beter, dan welke drug dan ook!!

Photobucket Photobucket Photobucket

Photobucket Photobucket Photobucket

Photobucket Photobucket Photobucket

Dag 3, woensdag
Off-roadrit naar Tignes, daar koffiedrinken en uurtje vrije besteding of quadrijden voor de liefhebbers; off-roadrit naar 4×4 terrein; kleine Camel-bridge; lunch aldaar; rit door het terrein (mogelijkheid voor stukje trial); balanceren op de wip; afdaling naar hotel; voor het diner samenvatting van de dag en briefing voor de rit naar Italië.

Na het ontbijt trekken we er weer op uit. Onderweg zullen we versteld staan van wat het landschap allemaal te bieden heeft. Wanneer we boven in de bergen rijden, ziet het landschap om ons heen wit van de versgevallen sneeuw en is het mistig. De temperatuur zakt nog enkele graden onder nul. De wind is ijzig koud vandaag.

We rijden over de kam van de berg naar het wintersportplaatsje Tigne alwaar er op quads gereden kan worden. Gelukkig komt zo nu en dan de zon achter een hardnekkige wolk tevoorschijn. Terwijl Cees plus enkelen van onze groep de bergen inrijden op hun quads voor 1,5 uur off road pret, brengen wij onze tijd door met winkelen en koffie drinken.
Weer terug is Cees helemaal enthousiast, ziet mogelijkheden en wil ook een quad kopen. “Ik heb al een parkeerplaats bedacht”, zegt ‘ie, “in de bak van de Dodge”, waarop ik hem voor gek verklaar en vraag of ‘ie wel helemaal spoort…

Photobucket Photobucket Photobucket

Na het quad avontuur rijden we weer off roadend terug. We krijgen weer het een en ander voor de kiezen: een doorwading, beklimmingen, afdalingen, een kleine Camel-bridge, etc.

Na de lunch krijgen we vrij spel in het off roadterrein. Er zijn wat speciale hindernissen gebouwd. Extreem moeilijk zijn die proeven niet, maar ze vergen wel wat behendigheid in je voertuig. Proef 1 is het balanceren op de wip. Dit is leuk. ‘Wip’ is het probleem niet, maar ‘wap’ moet voorzichtig en beheerst gebeuren, voor een keurige landing zonder dat dit kittige sprongetjes van mens en machine oplevert. Proef 2 is het wandelen over de grote rotsblokken. Een gemeen stukje keien klimmen (rock crawling), maar de Dodge rolt er vlekkeloos overheen.

Dan vervolgen we onze route over het 4×4 terrein en gaan we weer een stuk omhoog. Het wordt een behoorlijke klim, maar de Dodge vreet dit als zoete koek. We zitten ruim boven de boomgrens, bomen zijn in geen velden of wegen te zien. De banden zoeken naar grip en laten de truck soms hortend en stotend over de keien omhoog springen, waardoor ik weer even gas terug moet nemen. Dan maar wat langzamer. On a bumpy road you may be spitting out teeth if you drive at more than a crawl.

Het moet hier overigens barsten van de kaashazen (cavia’s), èhhh ik bedoel bergmarmotten, maar we hebben er nog geen één gezien. Gaat ook niet lukken, denk ik, als je met een brullende V8 de hoek om komt. Die zijn dan allang vertrokken! Verder zien we koeien met bellen om hun nek en berggeiten. O néé, het zijn gewone geiten; nou ja: geiten in de bergen, dan…
Ik begin na twee Alpendagen op de Dodge voorbank wat stijf te worden in mijn nek en schouders. Het is de hele tijd de weg goed in de gaten houden en jezelf uitrekken en soms krap zetten. Bocht na bocht, hobbel na hobbel, zonder enige zijdelingse steun van de voorbank heb je ook als bijrijder alle spieren nodig om niet als een willoze ledenpop door de cabine heen geslingerd te worden. De veiligheidsgordel vast, helpt ook wel om mijn kont goed in de bank gedrukt te houden. Gelukkig wordt er veel gestopt onderweg om de benen te kunnen strekken, wandelende nieren een halt toe te roepen, onze rammelende ribben te tellen … ach, laat maar.

Photobucket Photobucket Photobucket

Photobucket Photobucket Photobucket

Dag 4, donderdag
Via Col de l’séran 45 kilometer over asfalt en gedeeltelijk off-road naar Italië; onderweg lunch in het veld; aan het eind van de middag aankomst in Susa waar we onze intrek in het hotel nemen.

Direct na het ontbijt rijden we over het asfalt naar Italië in een hoog tempo achter de Franse gids aan. Het stijgingspercentage is soms wel 12%. De automatenbak schakelt er lustig op los en moet hard werken. Veel scherpe bochten vergen evenzoveel stuurmanskunst. Wij bewijzen overduidelijk, dat het formaat van de auto zeker geen handicap vormt, als je goed weet te sturen.
Vervolgens is de afdaling naar Susa een feest. Heerlijk om even voluit te gaan over het prachtige brede asfaltlint dat zich voor ons ontrolt, als een rode loper! Het roept: ‘Welkom in Bella Italia!’. Ik ben helemaal enthousiast van deze rit. In het relatief vlakke dal gaat het gas er weer op en de Landrover achter mij verdwijnt al ras uit de spiegels. De Dodge voelt aan als een ballerina en we gaan, als vanzelf, van bocht naar bocht. Hoezo 2500 kg? Gewoon, vol gas door de bergen.

Het weer wordt ook vriendelijker. Met elke meter die we dalen lijkt er wel een graad bij te komen. In het dal is het 30 graden.

Als de luxe van de asfaltweg ophoudt – en na een korte koffiepauze bij het oude militaire fort Exilles – hobbelen we verder over grintpaadjes. De route is mooi, lang, steil, rotsig en indrukwekkend. De paden hier in de bergen zijn erg smal ter breedte van één auto en het is flink manoeuvreren op het moment, dat twee voertuigen elkaar willen passeren, helemaal met aan Dodge! Er zijn vele haarspeldbochten (Tornante) en meer dan de helft is voor de Dodge niet in een keer te nemen en er moet gestoken worden. Het is flink sturen.

We nuttigen de lunch buiten in het veld en de Dodge kan even afkoelen. Dan gaat het weer verder op deze vrij rustige route. Over dit soort onverhard rammelt en kraakt er wel wat aan mijn Dodge, maar ik besluit er maar geen aandacht aan te besteden.

Vervolgens doemt er een tunnelingang op. Het is een 800 meter lange tunnel met bochten die we door gaan, uit de rotsen gehouwen, compleet met druipend plafond, vele plassen er in, koud en natuurlijk aarde donker.

Photobucket Photobucket Photobucket

Photobucket Photobucket Photobucket

Aangekomen bij het verlaten militaire fort Finestre op 2.176 meter hoogte pauzeren we even. Overal om ons heen zijn bergen. We maken wat foto’s, genieten van het uitzicht, inspecteren de binnenvertrekken van het fort en lummelen wat rond.

Het wordt een lange, warme en toch wel vermoeiende dag. De Dodge dreigt warm te lopen met deze temperaturen en het klimmen in de bergen, zodat ik de kachel vol aanzet om hem wat te helpen. Ik zie Cees bedenkelijk kijken, zo van: ‘moet dat nou?’, dus gooi ik ondertussen maar alle ramen even open, wat niet echt veel schijnt te helpen, overigens… en intussen verdedig ik de Dodge: “Ja, ja, het moet even. Het is geen Cadillac met stoelventilatie en airco, hè, is wel afzien …”. Cees denkt, “laat maat lullen”, zucht.
Dan volgt er een zeer lange afdaling naar Susa. Op benzine is het weer blaffen in de uitlaat. Heftig!

Dan rijden wij ons op enig moment klem in een Italiaans dorpje. De straatjes worden steeds smaller en smaller. De dorpbewoners roepen ons terug, wijzend naar een minuscule opening tussen twee huizen.
Het hele dorp rukt uit, er worden foto’s gemaakt en er wordt veelvuldig geroepen: “Onmogelijk”, “kan niet”, “kan misschien”, maar dan op z’n Italiaans. Wij zijn selectief in ons gehoor en horen graag dat het wél kan. We bekijken de situatie en zeggen: “Dat is wèl mogelijk”. We manoeuvreren de Dodge strak langs de stenen muren met de spiegels naar binnengeklapt en op een gegeven moment kunnen we echt niet meer terug. De Franse gids en Bert zijn inmiddels uit hun wagens gesprongen om ons te helpen. De rest van de groep staat achter ons en kunnen niets doen. Op aanwijzingen van Bert loodsen we de Dodge millimeter voor millimeter naar voren. Wanneer de neus van de Dodge ver genoeg is om de spiegels weer uit te kunnen klappen, zie ik dat aan weerskanten van de bak maar een vingerdikte ruimte over is… en dan… Hiep hoi! We zijn er door, zonder schade!

Photobucket Photobucket Photobucket

Photobucket Photobucket Photobucket

We zijn vandaag gereden via Col de l’Iseran, Bessans, Lanslebourg Mont Cenis, Lac du Mont Cenis (Route Du Lac Mont Cenis – het meer ligt op 1.974 meter hoogte) – en uiteindelijk aan het einde van de middag aangekomen in Susa. Susa is een gemeente in de Italiaanse provincie Turijn (regio Piemonte).
Die avond nemen we plaats op het terras van hotel restaurant Susa & Stazione (prima keuken!) met een lekker glas Chianti! Tevreden overdenken we deze memorabele dag.

Dag 5, vrijdag
Terugweg naar Val d’Isere deels off-road via Susa.

Photobucket

Al vroeg deze ochtend, als zogenaamd rechtgeaarde Italianen staande aan de bar, genieten we van onze cappuccino. ‘Il Caffè’ is voor de Italianen wat champagne is voor de Fransen. Het is onlosmakelijk verbonden met de nationale cultuur. Waag het dus niet om daar niet volop aan mee te doen in een van de zeker 150.000 koffiebars van het land. Voor minder dan een euro (staand aan de bar) doe je mee aan een van de meest cruciale bezigheden in het leven van menig Italiaan: het drinken van een ‘caffè’. Een Italiaan praat en is altijd wat onrustig totdat het verse kopje koffie voor zijn neus wordt geschoven. Binnen twee minuten is het ook weer voorbij want dan is de koffie op en begint het normale leven weer. Een tweede kopje neemt men vrijwel nooit. Bij het koffiedrinken staat overigens de koffie centraal en veel minder het gesprek of de andere dingen die je zoal kan doen tijdens het drinken. Natuurlijk drinkt men een koffie staande. Dat is juist het hele verschil met Nederland, waar men gedwongen is in een stoel te gaan zitten aan een tafeltje met een kleedje en een bloemenvaasje, en waar men dan na enige tijd een blaadje krijgt voorgezet met een kop koffieachtig vocht, een kannetje melk, een zakje suiker en ook nog een koekje. Aan dergelijke fratsen raakt men in Italië ontwend, aangezien een ware koffiedrinker nooit aan een tafeltje gaat zitten, ten eerste niet omdat de koffie dan lauw aankomt, en ten tweede niet omdat hij dan tweemaal zoveel kost als wanneer men hem staande drinkt. Waag het niet de drankjes aan de bar te bestellen en dan een zitplaats te nemen. Dat kan gewoon niet! Een discussie is zinloos. Men gaat hier in Italië wel zitten, maar dan is het alleen maar om het zitten begonnen, de koffie is dan slechts de noodzakelijke tol die men moet betalen aan de caféhouder, die elke maand zoveel straatbelasting betalen moet voor de tafels en stoelen.

Na een tankbeurt – we hebben gisteren driekwart tank leeggereden – rijden we Susa uit en beginnen daarna aan een lange onverharde route terug naar Frankrijk. De route is vrij smal. Het blijkt er rete druk te zijn. Allemaal gewone auto’s die het onverhard trotseren en vele motorfietsen die ons willen passeren.

Na een klein stukje asfalt, gaat het weer onverhard. We komen nu door een mooi stuk bos (Foret d’Arc). We rijden door takkenbossen en zijn blij dat we de Dodge hebben afgeplakt met folie. Het is er erg mooi, maar het stoft er verschrikkelijk op de droge zandpaden! We proberen wat afstand te scheppen, maar we willen ook niet teveel achterop raken. Dit stukje route is eigenlijk verboden gebied vanwege een overeenkomst tussen LansleBourg en LansleVillard. LansleBourg wilde een nieuwe skilift en moest gedeeltelijk over de grond van LansleVillard, dit was na veel getouwtrek akkoord, mits LansleBourg de 4×4 route wilde opgeven die gedeeltelijk over de gemeente LansleVillard loopt. Uiteindelijk heeft men hierin toegegeven, omdat deze skilift voor beide plaatsen meer geld oplevert dan een 4×4 route.
O ja, Hannibal zijn we nergens tegengekomen! Wel de diepe gaten die de olifanten in het wegdek hebben achtergelaten.

Bij Lanslebourg-Mont Cenis gaat het weer verhard en vervolgen we onze weg terug naar Val d’Isere. Op het gewone asfalt gaan we weer in de hogere versnelling. Het gaat weer ‘pedal to the metal’. Prachtig breed en comfortabel asfalt met vele haarspeldbochten die makkelijk in een keer te nemen zijn.

Photobucket Photobucket Photobucket

Photobucket Photobucket Photobucket

De Dodge heeft echt goed gepresteerd deze week … en dat voor een ouwe yank …! We zijn trots op hem! Al klimmend onverhard in Lo verbruikt ‘ie toch wel 1 op 2.5. De V8 heeft geen klap verkeerd gegeven, géén olie verbruikt, automatenbakolie steeds op peil en nog mooi rood. Helemaal goed!

Zaterdag, vertrek

We maken ons gereed om naar huis te vertrekken. We besluiten de Dodge en de Cadillac met trailer afzonderlijk tot in Bourg St. Maurice naar beneden te rijden en daar pas de Dodge op de trailer te zetten. Dit in verband met de steile afdaling en om daarbij de oplooprem van de aanhanger te sparen.

Het lukt ons, vóór op planning, in één dag naar huis te rijden. Einde van een grandioos Alpen-ritje.

Wij danken de zeer correcte, technisch goede en sociaal vaardige tweekoppige gidsenteam Jelte en Rob voor de reisbegeleiding!!

… zoals wel eens gebeurde wijst de een naar links en de ander naar rechts …

Photobucket

We troffen ook een ontzettend leuke groep mensen deze vakantie: Juan & Cristina (Nissan Patrol); Dirk & Kristien (Nissan Navarra); Tineke & Bert Duursma (Nissan pickup); Jan Bas (Daihatsu Rocky); Eelco & Krijn (Range Rover); Adrie & Marina (Defender); Ger & Lea (Defender); Bert (Landrover Discovery, heeft de Dodge thuisgelaten … hmmm … vaag … ) en; Rob en Jelte (Landrover Discovery).

Epiloog Thuis hebben we inmiddels de Dodge onder het plastic vandaan gehaald, resultaat: geen enkel krasje!! Gingen wel ff wat liters ontvetter – gehaald bij onze autospuiter Roel – tegenaan om alle lijmresten van de lak los te krijgen. Verder hebben we twee gedeukte wieldoppen die we nog moeten vervangen en is het weer gelukt om de kentekenplaat op de achterbumper krom te rijden. Cees zorgt weer voor een strakke nieuwe plaat, de zoveelste… De onderkant van de bak aan de linkerkant heeft een forse klap gehad en heeft schade opgelopen. Op het eerste gezicht is er niets te zien, maar we laten dit wel netjes opknappen door Roel.

Keep on Dodge’ing and eh happy cruisin’!!!